

Bouwen met levend materiaal
Ieder levend wezen heeft zijn eigen agenda, bloemen en planten dus ook. Niet alleen strijden ze om voorrang om bij de voedselbronnen te kunnen (licht, water), ook nemen ze maatregelen om schadelijke insecten te weren of nuttige aan te trekken.
Maar…. als tuinontwerper heb ik ook een eigen agenda. Die ik zoveel mogelijk afstem op die van de planten, struiken en bomen, maar die uiteindelijk toch het zwaarst weegt.
We ‘bouwen’ met groen. Heggen zijn toch in feite niets anders dan groene muren? Buxusbollen zijn niet van nature rond, we maken ze zo,
In Engelse kasteeltuinen worden ligusters getrimd tot vogels, draken, tijgers. Zo ver gaan wij niet, maar we maken wel gebruik, zo u wilt misbruik, van de mogelijkheden die tal van planten en bomen ons bieden.
Dat trimmen en snoeien levert in veel gevallen ook nog bouwmateriaal op: versnipperde boomtakken kunnen worden gebruikt om paden aan te leggen, als een soort halfverharding.
Van niet-versnipperde takken bouwen we wallen waarin het goed toeven is voor egels en vogels.
Zo zetten we de natuur naar onze (mensen)hand.
Er zijn planten die zo’n aparte vorm hebben dat ze zeer geschikt zijn om speciale effecten mee te creëren. Neem bijvoorbeeld het Lampenpoetsersgras (Pennisetum alopecuroides ‘Hameln’), welke met zijn zachte pluimen een prachtig hoogpolig tapijt vormt als je het in een grote groep aanplant. Het Zwenkgras (Festuca gautieri) vormt onregelmatige, groene kussentjes. Het nodigt uit om languit te liggen, zo aantrekkelijk ziet het eruit. Voor de ontwerper erg krachtig om te gebruiken in een opvallend contrast met bijvoorbeeld een hele strakke muur. Door te werken met grote vakken van
één soort beplanting kan er een prachtige vlakverdeling ontstaan. Neem bijvoorbeeld een vak Zegge (Carex morowii ‘Variegata’) dat door zijn sterke, rustige uitstraling een ornament prachtig kan laten uitkomen.
En wat te denken van vormsnoei? Door vormsnoei toe te passen op planten kunnen we strakke lijnen en duidelijke vormen creëren. We maken hagen, blokken, wolken en zelfs geometrische vormen. De bekende buxuswolk is er een mooi voorbeeld van, maar ook andere soorten er zeer voor geschikt. Voornamelijk wintergroene struiken met fijn blad of naalden zijn geschikt voor vormsnoei. Bijvoorbeeld Venijnboom (Taxus baccata), Japanse hulst (Ilex crenata) maar ook de beuk (Fagus sylvatica) is zeer geschikt. Door elk jaar te snoeien kan dezelfde maat behouden blijven en kunnen planten die normaliter de ruimte nodig hebben worden toegepast in kleine tuinen.
We kijken ook altijd graag naar het blad van de plant. Meestal worden planten beoordeeld op hun bloemen, maar die zijn er in veel gevallen maar een paar weken per jaar. De rest van het seizoen zijn er alleen maar bladeren te zien. Dit blad vormt de basis van de beplanting/border; daar maken we graag gebruik van. Siergrassen, varens en grote bladplanten zoals de Hosta en Schildblad hebben prachtige bladeren, ze vormen een decoratief element in elke tuin waarin ze worden toegepast.