

Siergrassen zijn een aanvulling voor elke tuin
Grassen worden gezien als vertegenwoordigers van een ‘wilde’ natuur. Er wordt snel een associatie gelegd met het landschap. Door hun karakteristieke vormen en texturen brengen ze natuurlijkheid in onze tuinen.
Als onderdeel van een bloemenborder, als solitair of misschien zelfs als bodembedekker. En een prachtige grassenborder mogen we ook niet uitsluiten. (Sier)grassen brengen iets extra’s in de tuin, ze drukken er hun stempel op. Ze zijn in staat om de tuin tot een harmonieus en rustgevend geheel te maken.
Maar waar zit nu eigenlijk de echte schoonheid van grassen in? In onze ogen zit dit in de verscheidenheid in soorten grassen. Sommige grassen groeien omhoog met lange, gebogen aren. Andere hebben prachtig lang, buigzaam blad of een schitterende verkleuring. Sommige grassen groeien in pollen, andere kunnen weer grotere oppervlakten bedekken door hun ondergrondse uitlopers.
Grassen dragen een lange periode bij aan het beeld van de tuin. Ze zijn fris als ze in het voorjaar ontluiken, vormen in de zomer een mooie groene basis voor de tuin, tonen in het najaar hun uitbundigheid en zijn zelfs al afstervend in de winter een genot voor het oog. Sommige grassen zijn zelfs wintergroen.
Enkele prachtige soorten zijn Japans bloedgras – Imperata cylindrica ‘Red Baron’. Welke in de loop van de zomer schitterend, bijna verblindend rood verkleurt. Of Lampenpoetsersgras - Pennisetum alopecuroides ‘Hameln’. Deze heeft opvallende, borstelige pluimen. En ook het Struisgras – Calamagrostis acutiflora ‘Karl Foester’ is een bijzondere aanvulling door het vroeg uitlopen en zijn stro-achtige uitstraling die tot ver in de winter intact blijft..
Als grassen worden gekozen, rekening houdend met de omstandigheden, dan vragen ze weinig onderhoud. In veel gevallen voldoet een minimum aan onderhoud door in het (vroege) voorjaar een opruimbeurt toe te passen en (in sommige gevallen) de grassen ook af te knippen. Bovendien hebben grassen vrijwel geen last van ziektes.