Siertuin, nutstuin, moestuin, volkstuin: meer dan alleen een onderscheid in prioriteiten een verschil in culturen.
Het is een wat belegen begrip: siertuin, Het stamt uit de tuin dat heel veel tuinen productietuinen waren. Bloemen, zoals goudsbloemen werden vooral geplant om plaaginsecten op een afstand te houden, niet voor het mooi. Nog steeds bevolken goudsbloemen menig volkstuin, een tuintype dat ontstond om stedelingen in staat te stellen op een eigen lapje grond voedsel te produceren.
Toen de welvaart toenam en grond niet altijd een ‘nuttige’ functie moest vervullen, kwamen er meer en meer tuinen voor ‘het mooi’ en om het onderscheid te maken tussen de productie- en de tuin voor het mooi, werd die laatste siertuin genoemd.
We spreken tegenwoordig meer over siergrassen dan over siertuinen, maar het onderscheid is in feite hetzelfde: uiterlijk prevaleert boven nut.
Wat dat betreft zijn al onze tuinen siertuinen, al durven we te betwisten dat ze nutteloos zouden zijn: ze zijn een goede biotoop voor dierlijk leven en ze laten de mens ontspannen genieten. Aan beide aspecten is in deze tijd meer behoefte dan ooit tevoren!
Dat wordt eens te meer bewezen door de belangstelling voor volkstuinen die de laatste tijd weer sterk is opgebloeid.